Griekse schilderkunst

De Griekse schilderkunst is alleen nog op aardewerken vazen terug te vinden. Vazen, potten en schalen werden gebruikt om levensmiddelen, water, wijn en olie in te bewaren. Ook werd ritueel vaatwerk gebruikt tijdens erediensten om de goden te eren, en er waren manshoge grafvazen. Daarnaast maakten de Grieken vazen die als trofee (beker) werden uitgereikt aan winnaars van sporttoernooien.
De vorm van deze vazen en potten werd aangepast aan het doel. In de amfora werd bijvoorbeeld wijn bewaard, met de hydria werd water gehaald, en in de krater werden wijn en water gemengd.

Vazen werden gemaakt op een pottenbakkersschijf, en voorzien van afbeeldingen. Door een dunne laag van een andere kleisoort te gebruiken, die door het bakken op verschillende temperaturen rood of zwart kleurt, konden voorstellingen worden aangebracht. Lijnen werden ingekrast, en later geschilderd.

Lees HIER meer over de techniek.

De onderwerpen van de voorstellingen die werden afgebeeld waren mythologisch, net als in de beeldhouwkunst. Veldslagen of overwinningen werden nooit feitelijk weergegeven (zoals de Romeinen dat wel zullen doen), maar steeds indirect via een mythologisch thema. Daarnaast zijn er onderwerpen uit het dagelijks leven afgebeeld, zoals atleten, vechtende soldaten, treurenden aan het graf, vrouwen met kinderen en dienaressen. De voorstellingen op vazen vormden ook visuele propaganda voor de Atheense welvaartseconomie.


De belangrijkste stijlen zijn de vroege geometrische stijl, de zwart-figurige stijl en de latere rood-figurige stijl.

Vanaf 1000 vC. tot de 8e eeuw vC. werd de (archaïsche) geometrische stijl toegepast. Deze kenmerkt zich door:
- symmetrie 
- horizontale banen met meetkundige figuren als meanders, driehoeken en spiralen
- mens- en dierfiguren werden afgebeeld als vereenvoudigde, gestileerde silhouetten
- zwarte figuren

In de 7e eeuw vC. werden door het contacten met het Oosten soepeler, gebogen lijnen gebruikt en toonde men fabelfiguren als de sfinx en de griffioen in de voorstelling.

In de 6de eeuw vC. ontstond de zwartfigurige stijl
- zwarte silhouetten op oranjerode achtergrond, aanvankelijk archaïsch getekend.
- details werden na het bakken met harde stift ingekrast en bijgekleurd
- de voorstellingen tonen nu mythologische scènes en taferelen uit het dagelijkse leven. Op de vaas rechts spelen Achilles en Ajax een bordspel.

In de 5e eeuw vC. verbeterde de techniek, en ontstond de roodfigurige stijl.
- De silhouetten van de figuren (op het voorbeeld links zie je de godin Athena en de halfgod Herakles) werden uitgespaard, maar de details werden na het bakken met een fijn penseel ingevuld: dit liet een grotere precisie toe dan bij de zwartfigurige stijl.
- de motieven en voorstellingen bleven dezelfde als bij de zwartfigurige stijl.
- net als in beeldhouwkunst werd de lichaamshouding steeds natuurgetrouwer uitgebeeld.

Men gebruikte ook witte klei, met name om de huid van vrouwen weer te geven.

In de 4e eeuw vC. werd het economische zwaartepunt verlegd naar Zuid-Italië, en werd de stijl -als in de beeldhouwkunst- uitbundiger. De productie van vazen werd vervolgens commercieel. Vazen werden toen niet meer beschilderd, maar in serie vervaardigd, alleen nog bestempeld met reliëfversieringen.

Wil je er veel meer van weten? Zeer gedetailleerde informatie over Griekse vaasschilderkunst vind je HIER.

Apollo, de Griekse zonnegod, is op een ondiepe schaal afgebeeld met een krans van laurierblad of mirte.
Hij draagt een witte chiton, een purperrode himation en sandalen. Hij zit op een diphros met leeuwenpoten. Apollo houdt een lier onder zijn linkerarm en giet met zijn rechterhand een plengoffer.
Tegenover hem zit een zwarte raaf of kraai. In bijna alle culturen zijn er verhalen die beschrijven hoe deze -oorspronkelijk witte vogel- zwart werd. In de Griekse mythe wordt de schone koningsdochter Coronis zwanger van Apollo, die vervolgens een witte raaf over haar liet waken. Nog voor de geboorte van het kind trouwde Coronis echter met Ischys. De kraai bracht Apollo op de hoogte: deze doodde Coronis en Ischys en maakte in zijn woede de raaf -als brenger van het slechte nieuws- zwart. Bij de begrafenis redde Apollo nog wel het ongeboren kind: dit werd Aesclepius, de vader van de geneeskunde.
Deze tondo (ronde schildering) is gemaakt op een offerschaal van witte klei. Het schaaltje heeft een diameter van 18 cm en twee handvaten. Het is gevonden in een graf, waarschijnlijk van een priester, in Delphi.
Zo'n offerschaal -de patera- had in de oudheid een verhoogd midden zodat het beter kon worden vastgehouden. De duim zou dan het plengoffer ook niet ontheiligen als de wijn of olie uitgegoten werd. Gevuld met vloeistof moet de voorstelling op het schaaltje op een bijzondere manier tot zijn recht zijn gekomen.